Een marktbezoekster struikelt over stroomkabels op de markt en spreekt vervolgens de gemeente aan voor de schade die zij daardoor heeft geleden. Het overkwam recent de gemeente Nijmegen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de schade van de vrouw. Bij de beoordeling van de aansprakelijkheidsvraag in deze kwestie waren de Kelderluik-criteria uit 1965 de leidraad. Een korte toelichting op de zaak en de inmiddels ruim vijftig jaar oude criteria.
Het arrest: de val van de marktbezoeksterEen dame struikelt tijdens een bezoek aan de markt over stroomkabels op de stoep en heeft letsel aan haar knieën. De stroomkabels, eigendom van de marktkraamhouders, liepen van een elektriciteitskast van de gemeente over de stoep naar de marktkraampjes. De marktbezoekster houdt de gemeente - als wegbeheerder – aansprakelijk voor haar schade. De marktbezoekster wordt door de rechtbank en het hof in het ongelijk gesteld. De Hoge Raad heeft die beslissingen bekrachtigd.
Op een wegbeheerder rust uit hoofde van de risicoaansprakelijkheid die is neergelegd in artikel 6:174 BW (aansprakelijkheid voor opstal) de plicht ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in gevaar brengt. Stroomkabels behoren echter niet tot een weg en de aanwezigheid van de stroomkabels op de weg levert daarom geen 'gebrek' van de weg op als bedoeld in artikel 6:174 BW. Bij een val door een gat in de weg, kan dat bijvoorbeeld anders zijn.
Een wegbeheerder, de gemeente dus, kan uit hoofde van zijn algemene zorgplicht ten aanzien van de veiligheid van weggebruikers toch aansprakelijk zijn voor de aanwezigheid van voorwerpen op de weg op grond van artikel 6:162 BW, het algemene 'onrechtmatige daadsartikel'. Het hof heeft de aansprakelijkheid van de gemeente vervolgens beoordeeld aan de hand van de zogenaamde Kelderluik-criteria. Dat zijn de volgende criteria:
1) Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid (van anderen) worden geacht?
2) Hoe groot is de kans dat door deze niet-inachtneming ongevallen staan?
3) Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
4) Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?
Volgens het hof is de kans dat voetgangers struikelen over de (goed zichtbare) kabels niet groot en is de kans dat daaruit (ernstige) ongevallen ontstaan evenmin groot. Daarnaast is volgens het hof onvoldoende gebleken dat de gemeente veiligheidsmaatregelen had kunnen treffen die een ongeval als deze hadden kunnen voorkomen en is ook onvoldoende gebleken dat het risico van (ernstig) letsel zo groot was dat tot zeer vergaande veiligheidsmaatregelen als het ondergronds leggen van de stroomkabels had moeten worden overgegaan.
Kortom, de gemeente is volgens het hof niet aansprakelijk voor de schade die de marktbezoekster heeft geleden door de val over de kabels. In cassatie overweegt de Hoge Raad dat het hof door toepassing van de Kelderluik-criteria het recht juist heeft toegepast en bekrachtigt het oordeel van het hof.
Het Kelderluik-arrestDe Kelderluik-criteria stammen uit het gelijknamige "Kelderluik-arrest" van de Hoge Raad uit 1965. Aanleiding van dat arrest was een onfortuinlijk ongeluk van een bezoeker van een café die op weg naar de wc in een openstaand kelderluik viel. Een medewerker van Coca-Cola had tijdens het bevoorraden van het café het kelderluik (midden in het café) open laten staan en het gat enkel afgezet met een paar kratten. Het hof en later ook de Hoge Raad oordeelden dat de medewerker van Coca-Cola onzorgvuldig had gehandeld door het kelderluik open te laten, terwijl hij (meer) rekening had moeten houden met niet voldoende oplettende bezoekers van het café. De medewerker en daarmee Coca-Cola was aansprakelijk voor de schade van de gevallen man.
Kelderluik-criteria nog steeds van groot belangDe "Kelderluik-criteria" zijn sindsdien vaak toegepast in de lagere en hogere rechtspraak en worden tot op de dag van vandaag gebruikt als leidraad bij de beoordeling van aansprakelijkheid bij gevaarzettende situaties. Niet alleen in de zaak van de gestruikelde marktbezoekster, maar bijvoorbeeld ook in andere (letsel)schadezaken zoals het Monstertruck-ongeval in Haaksbergen, de vuurwerkramp in Enschede of in geval van werkgeversaansprakelijkheid bij werk met gevaarlijke machines. Meer dan vijftig jaar na dato lijken de Kelderluik-criteria zelfs aan terrein te winnen en spelen zij ook een rol buiten de klassieke (letselschade)zaken. Denk bijvoorbeeld aan andere aansprakelijkheidskwesties die niet zozeer draaien om de klassieke vorm van gevaarzetting, maar om de vraag of er voldoende zorg is betracht ter voorkoming van schade. Kortom, de Kelderluik-criteria zijn nog altijd meer dan actueel.
Als u meer wilt weten over dit onderwerp, neemt u dan contact op met de auteur
mr. P.A.C.E. Kortmann of een van de andere advocaten van de
sectie Corporate & Commercial Litigation.
Share:
More information
Return