Wat is een RVU-regeling?
RVU staat voor “Regeling Vervroegde Uittreding”. In geval van een RVU treedt de werknemer eerder dan de pensioengerechtigde leeftijd uit dienst onder toekenning van een vergoeding die de periode tot aan de pensioengerechtigde leeftijd overbrugt. De fiscus belast die vergoeding dooreen (na)heffing van 52%, zodat werkgevers worden ontmoedigd een RVU aan te bieden en werknemers zo langer blijven werken. Er zijn twee toetsingscriteria om te bepalen of sprake is van een RVU.
Indien sprake is van een leeftijdsgerelateerd ontslag en de vergoeding gemiddeld hoger ligt dan 70% van het laatstverdiende loon, dan is sprake van een RVU. De werkgever wordt dan geconfronteerd met een naheffing van 52% over de toegekende vergoeding.
Tijdelijke drempelvrijstelling RVU-heffing
Er is een tijdelijke drempelvrijstelling van kracht om de benadeling van oudere werknemers vanwege de verhoging van de AOW-leeftijd (enigszins) te compenseren. Dit brengt met zich dat in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 er in beginsel geen heffing wordt geheven over een RVU als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Concreet betekent dit dat oudere werknemers die binnen 36 maanden de AOW-leeftijd bereiken, een regeling kan worden aangeboden onder toekenning van een vergoeding van vandaag de dag maximaal EUR 1.847,- per maand zonder dat daar een naheffing door de Belastingdienst op volgt wegens het zijn van een RVU. De maximale heffingsvrije RVU-uitkering wordt bereikt als de werknemer 36 maanden voor de AOW-leeftijd overeenkomt dat hij ofwel maandelijks een bedrag van EUR 1.847,- krijgt ofwel een bedrag van EUR 66.492,- (36 * EUR 1.847) ineens.
Wordt afgeweken van de 36 maanden, heeft dit tot gevolg dat over die afwijking wel de naheffing van 52% volgt. Als de uitkering 40 maanden voor de AOW-leeftijd aanvangt, dan wordt over deze eerste vier maanden wel heffing geheven (en de resterende 36 maanden dus niet). Ook indien een uitkering hoger is dan EUR 1.847,- per maand, wordt over dat meerdere heffing geheven. Dit wordt per periodieke uitkering cumulatief gecontroleerd. Dit houdt in dat wordt gekeken naar het totale vrijstellingsbedrag over de periode tot aan de AOW-leeftijd. Een werknemer die bijvoorbeeld 10 maanden voor de AOW-leeftijd een periodieke uitkering krijgt van EUR 2.000,- per maand, heeft recht op een heffingsvrije RVU van totaal EUR 18,470,- (10 maanden * EUR 1.847,-). Pas op het moment dat dit totale bedrag is overschreden, wordt de RVU belast. Het bedrag wordt pas in de 10e maand van de RVU overschreden, wat met zich brengt dat werkgever in de 10e maand een heffing krijgt over de laatste EUR 1.530,-.
Let op: het maximale heffingsvrije bedrag wordt jaarlijks gewijzigd!
Wat is verlofsparen?
Werknemers hebben wettelijk recht op een minimum aantal verlof en vakantiedagen. De werkgever kan echter meer verlof en vakantiedagen toekennen aan werknemers in de arbeidsovereenkomst. Deze bovenwettelijke dagen kunnen worden opgespaard tot vijf jaar, waarna ze vervallen. In een cao, arbeidsovereenkomst of in een bedrijfsregeling van de werkgever kan zijn opgenomen dat extra verlofdagen kunnen worden opgebouwd. Bovendien kan in een cao zijn opgenomen dat de opgebouwde verlofdagen niet vervallen na vijf jaar, waardoor deze dagen over een lange periode kunnen worden opgespaard. Dit fenomeen wordt verlofsparen genoemd.
Voorheen kon een werknemer het extra verlof onbelast opsparen tot een maximum van 50 weken. Over het meerdere werd direct loonbelasting geheven. Per 1 januari 2021 is het maximum aan onbelaste verlofweken verhoogd naar 100 weken. Dit geeft werknemers meer vrijheid in het regelen van hun loopbaan. Een werknemer kan bijvoorbeeld ervoor kiezen twee jaar eerder met pensioen te gaan, maar ook tussentijds een langere periode vrij te nemen. Gedurende de verlofperiode blijft werknemer in dienst van werkgever, krijgt werknemer loon en wordt tevens pensioen opgebouwd. Van belang is wel dat de opgespaarde verlofdagen wettelijk gezien vervallen na vijf jaar. Werkgevers doen er daarom goed aan hierover afspraken te maken met werknemers of een verlofspaarregeling te introduceren voor de gehele onderneming, zodat werknemers ook daadwerkelijk gebruik kunnen maken van het verlofsparen.
Conclusie
Met de tijdelijke drempelvrijstelling RVU is de regeling versoepeld. De vraag of sprake is van een RVU blijft nog steeds belangrijk voor het geval een hoger bedrag wordt afgesproken of de werknemer nog niet de leeftijd van 36 maanden voor de AOW-leeftijd heeft bereikt. In dat geval kan namelijk een heffing worden geheven over het meerdere.
Met ingang van 1 januari 2021 kan een werknemer 100 verlofweken opsparen en deze gedurende de loopbaan opnemen of gebruiken om vervroegd uit dienst te treden. Werknemers hoeven dan niet te werken, maar behouden wel het loon. De opgespaarde verlofdagen vervallen na vijf jaar op grond van de wet. Het maken van specifieke afspraken hieromtrent verdient aanbeveling.
Vragen? Neem contact op met één van de advocaten van de sectie arbeidsrecht.
More informationSolving your problem, so that you can continue with your business. That is what it is all about. It is our profession and our passion to make a business dispute or employment dispute manageable and to solve it. Sometimes we are able to do this by staying invisible by casebuilding the best file possible for and together with you behind the scenes. Being diplomatic where possible and aggressive where needed. And sometimes, full-on litigating is unavoidable. Because limits have been reached, because the other party remains unwilling to come to a constructive amicable solution, or because it may be important for your market reputation to draw a line.
Tailor-made service is key in the handling of each case. Because we are doing it together, lawyer and client. We invest in the mutual cooperation and we look in depth at your company and your market. BASE makes clear choices out of strength, because we only want to do what we are really good at and because you are simply counting on added-value. Therefor our practice focuses on Corporate & Commercial Litigation and Employment law.
At BASE Advocaten we practice the litigation- and dispute resolution practice at the highest level. We advise and assist domestic- and foreign clients in their vital business disputes. Disputes within the company, directors’ liability, shareholders disputes, disputes concerning commercial contracts, acting against (or for) financial institutions about duty of care-disputes and professional liability disputes. These are just some examples. Click below for further information.
BASE Advocaten provides topspecialists in Employment law. We act on behalf of employers (both domestic and foreign), individual directors/employees, and works councils. On a daily basis we advise and litigate on matters regarding (for example) the termination of employment, reorganizations, employment terms and conditions, disciplinary measures, employee participation and employer’s liability. Click below for further information.